Calculator voor toegestane trillingssnelheid
Berekening volgens ISO 10816-norm
Berekeningsparameters
ISO 10816 – Evaluatie van machinetrillingen door metingen aan niet-roterende onderdelen
Berekeningsresultaten
—
—
—
—
—
Zoneconditiebeoordeling:
Hoe de rekenmachine werkt
ISO 10816-norm
Referentienormen:
- ISO 10816-1: Algemene richtlijnen
- ISO 10816-3: Industriële machines
- ISO 10816-6: Reciprocating machines
- ISO 20816: Nieuwe geconsolideerde norm (vervangt ISO 10816)
ISO 10816 stelt algemene voorwaarden en methoden vast voor het meten en evalueren van machinetrillingen door middel van metingen aan niet-roterende onderdelen. De norm definieert vier trillingsconditiezones:
- Zone A – trillingen van nieuwe machines
- Zone B – acceptabel voor langdurig gebruik
- Zone C – acceptabel voor een beperkte tijd
- Zone D – trillingen die schade veroorzaken
Machineclassificatie
Machines worden ingedeeld in vier klassen op basis van vermogen en installatietype:
- Klasse I: Individuele machineonderdelen die zijn aangesloten op de werkende machine (elektromotoren tot 15 kW)
- Klasse II: Middelgrote vermogens (15-75 kW), tot 300 kW op speciale funderingen
- Klasse III: Grote aandrijfmotoren en andere grote machines met roterende massa's op stijve fundamenten
- Klasse IV: Grote aandrijfmotoren en andere grote machines op flexibele funderingen
Drempelwaarden voor trillingssnelheid
RMS-vibratiesnelheidsdrempelwaarden voor zonegrenzen (mm/s):
Klas | A/B | B/C | CD |
---|---|---|---|
I | 0.71 | 1.8 | 4.5 |
II | 1.12 | 2.8 | 7.1 |
derde | 1.8 | 4.5 | 11.2 |
IV | 2.8 | 7.1 | 18 |
Meetaanbevelingen
- Metingen worden uitgevoerd in drie onderling loodrechte richtingen
- Meetpunten worden geselecteerd op of nabij lagerhuizen
- De RMS (root mean square) trillingssnelheid wordt gebruikt in het bereik van 10-1000 Hz
- De maximaal gemeten waarde wordt gebruikt voor de evaluatie
Opmerkingen
Deze drempelwaarden zijn indicatief. Voor specifieke apparatuur dienen de aanbevelingen van de fabrikant en de gebruiksgeschiedenis in acht te worden genomen. Voor machines met variabel toerental wordt de evaluatie uitgevoerd bij nominaal toerental.
Gebruiksvoorbeelden en gids voor waardeselectie
Voorbeeld 1: Kleine elektromotor
Scenario: Monitoring van een 11 kW elektromotor die een pomp aandrijft
- Machineklasse: Klasse I (motoren tot 15 kW)
- Stroom: 11 kW
- Snelheid: 2950 toeren per minuut
- Fundering: Stijf (betonnen basis)
- Meting: Lagerhuis
- Resultaat: Zone A: 0-0,71 mm/s, Zone B: 0,71-1,8 mm/s
- Typische goede staat: 0,5-1,0 mm/s
Voorbeeld 2: compressor met gemiddeld vermogen
Scenario: Centrifugaalcompressor met 55 kW motor
- Machineklasse: Klasse II (15-75 kW)
- Stroom: 55 kW
- Snelheid: 1480 toeren per minuut
- Fundering: Onbuigzaam
- Meting: Lagerhuis
- Resultaat: Zone A: 0-1,12 mm/s, Zone B: 1,12-2,8 mm/s
- Actie: Indien > 2,8 mm/s, plan onderhoud
Voorbeeld 3: Grote turbogenerator
Scenario: 50 MW turbogenerator op veerfundering
- Machineklasse: Klasse IV (grote, flexibele fundering)
- Stroom: 50 MW (50.000 kW)
- Snelheid: 3000 toeren per minuut
- Fundering: Flexibel (veerondersteund)
- Meting: Lagerhuis
- Resultaat: Zone A: 0-2,8 mm/s, Zone B: 2,8-7,1 mm/s
- Opmerking: Hogere limieten door flexibele montage
Hoe waarden te kiezen
Selectie van machineklasse
- Klasse I:
- Motoren ≤ 15 kW
- Kleine pompen, ventilatoren
- Hulpapparatuur
- Klasse II:
- Motoren 15-75 kW (standaard)
- Tot 300 kW op speciale funderingen
- Middelgrote pompen, compressoren
- Klasse III:
- Grote machines > 300 kW
- Stijve fundering (beton)
- Zware roterende apparatuur
- Klasse IV:
- Grote machines > 300 kW
- Flexibele fundering (veren, frames)
- Turbines, grote generatoren
Funderingstype
- Stijve fundering:
- Betonblok of plaat
- Met grout gevuld stalen frame
- Eigenfrequentie > 1,25 × bedrijfsfrequentie
- Flexibele fundering:
- Veersteunen
- Rubberen steunen
- Lichte staalconstructies
- Natuurlijke frequentie < werkfrequentie
Meetpuntselectie
- Lagerhuis: Primaire meetlocatie
- Fundering: Om de transmissie/isolatie te controleren
- Structuur: Voor algemene gebouwtrillingen
- Beste praktijk: Meet op alle bereikbare lagers
Resultaten interpreteren
- Zone A (Goed):
- Nieuwe of recent gereviseerde machines
- Geen actie vereist
- Basislijn voor toekomstige vergelijking
- Zone B (voldoende):
- Normale werking
- Blijf regelmatig toezicht houden
- Geen onmiddellijke actie
- Zone C (Onvoldoende):
- Plan binnenkort onderhoud
- Verhoog de monitoringfrequentie
- Onderzoek de grondoorzaak
- Zone D (Onacceptabel):
- Onmiddellijke actie vereist
- Risico op schade
- Overweeg om de boel af te sluiten
📘 Complete gids: trillingssnelheidscalculator
🎯 Wat deze rekenmachine doet
Deze rekenmachine bepaalt de toegestane trillingssnelheidsniveaus voor industriële apparatuur volgens de internationale norm ISO 10816.
Het is een fundamenteel hulpmiddel voor het diagnosticeren van de technische staat van roterende machines en het voorspellen van mogelijke storingen voordat deze optreden.
🌍 Inzicht in de ISO 10816-norm
ISO 10816 is de internationale norm die regels vastlegt voor het beoordelen van machinetrillingen door middel van metingen aan niet-roterende onderdelen (lagerhuizen, funderingen). De norm verdeelt alle apparatuur in vier klassen op basis van vermogen en installatietype, met voor elke klasse gedefinieerde toegestane trillingsniveaus.
Trillingszones uitgelegd:
- Zone A (Groen): Nieuwe machinetrilling - apparatuur in uitstekende staat
- Zone B (Geel): Geschikt voor langdurig gebruik - apparatuur in goede staat
- Zone C (Oranje): Alleen acceptabel voor korte termijn - onderhoudsplanning vereist
- Zone D (Rood): Onaanvaardbare trillingen - risico op schade aan de apparatuur
Opmerking: Sinds 2016 wordt ISO 10816 vervangen door ISO 20816, maar de principes blijven hetzelfde.
💼 Toepassingen in de echte wereld
Typische scenario's:
1️⃣ Acceptatie van nieuwe apparatuur
Na installatie van de pomp worden de trillingen gecontroleerd. De waarde moet in zone A liggen. Indien hoger, zijn er installatie- of balanceringsproblemen.
2️⃣ Geplande diagnostiek
Maandelijkse trillingsmetingen op motoren. Trendgroei waarschuwt voor opkomende storingen. Maakt geplande reparaties mogelijk vóór uitval.
3️⃣ Problemen oplossen
De ventilator maakte lawaai. Gemeten trillingen - Zone C. Oorzaak: slijtage van het lager of onbalans in de rotor.
4️⃣ Evaluatie na reparatie
Na het vervangen van het lager wordt de trilling gecontroleerd. De trillingen zouden moeten terugkeren naar zone A of B. Zo niet, dan is de reparatie verkeerd uitgevoerd.
📊 Praktisch voorbeeld: pompstation
Situatie:
- Centrifugaalpomp, 55 kW, 1480 tpm
- ISO 10816 Klasse II
- Gemeten trilling: 4,5 mm/s (Zone C)
Actie: Spoeddiagnostiek bracht onbalans in de waaier aan het licht
Resultaat: Na balanceren trillingen teruggebracht tot 1,8 mm/s (Zone B) ✓
📖 Technische woordenlijst
- Trillingssnelheid (RMS)
- Snelheid van de oscillerende beweging op een punt op de machinebehuizing. Gemeten in mm/s. Root Mean Square-waarde in het bereik van 10-1000 Hz.
- Machineklasse
- Apparatuurcategorie naar vermogen en installatietype:
- Klasse I: Kleine machines tot 15 kW
- Klasse II: Middelgrote machines 15-75 kW (tot 300 kW op speciale funderingen)
- Klasse III: Grote machines op stijve funderingen
- Klasse IV: Grote machines op flexibele funderingen
- Stijve fundering
- Fundering waarvan de eigenfrequentie > 1,25 × rotatiefrequentie. Trilt praktisch niet.
- Flexibele fundering
- Fundering op veerbevestigingen of licht frame. Eigenfrequentie < rotatiefrequentie.
- Meetpunt
- Locatie van de trillingssensor. Meestal: lagerhuis, zo dicht mogelijk bij het lager.
- Trillingstrend
- Verandering in trillingsniveau in de loop van de tijd. Belangrijker dan de absolute waarde: toont de ontwikkeling van defecten.
⚠️ Belangrijke opmerkingen
- Deze rekenmachine biedt oriëntatiewaarden op basis van ISO 10816
- Voor kritische apparatuur is een gedetailleerde technische analyse vereist
- Houd altijd rekening met trillingstrends, niet alleen met afzonderlijke metingen
- Lokale normen kunnen strengere eisen stellen
🎓 Pro-tips
- Meet in drie richtingen: verticaal, horizontaal, axiaal
- Voer metingen uit op dezelfde punten voor trendanalyse
- Bedrijfsomstandigheden registreren (belasting, temperatuur, snelheid)
- Gebruik kwaliteitssensoren en gecertificeerde instrumenten
- Vergelijk met de basismetingen van de inbedrijfstelling