Draagbare multiplane balancer "Balanset-4".
1. Inleiding

Balanset-4 is een draagbare balancer met 4 kanalen die gebruikt wordt om starre rotoren in hun eigen lagers (in-situ) te balanceren of als meetsysteem in de balanceermachines. Het biedt (1..4)-vlaks dynamische balanceerdiensten voor ventilatoren, slijpschijven, spindels, brekers, pompen en andere roterende machines. De balanceersoftware levert automatisch de juiste balanceeroplossing voor (1..4)-vlaks balanceren. Balanset-4 is eenvoudig te gebruiken voor niet-vibratie-experts.
Draagbare multiplane balancer Balanset-4
Balanset-4 bevat:
  • Interface-eenheid
  • 4 trillingssensoren
  • 1 optische sensor (lasertachometer)+ magnetische standaard
  • schaal
  • Software (notebook niet inbegrepen - geleverd bij extra bestelling)

    Specificaties:
    4x trillingssensoren gebaseerd op de Analog Devices ADXL-serie.
    1 x optische sensor (laser)
    1 x USB-interface module met software voor pc-aansluiting
    Software voor het meten van trillingen, fasehoek, berekening van de waarde en hoek van de correctiemassa.

    Bijzonderheden:
    Amplitude trillingsbereik 0,05-100 mm/sec
    Trilfrequentiebereik 5 - 300 Hz
    Nauwkeurigheid - 5%
    Correctievlak 1 of 2 of 3 of 4
    Rotatiesnelheid van 150-60000 tpm
    Nauwkeurigheid fasehoekmeting +-1 graad
    Voeding - van pc USB-poort
    Weeg - 4 KG

2. Voorbereiden op het werk. Software en hardware instellen voor balanceren met meerdere vlakken.
2.1 Stuurprogramma installeren
Installeer stuurprogramma's en Balanset-4 software vanaf de installatieflashdisk.
Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer. De interfacemodule wordt gevoed via de USB-poort.
Gebruik   snelkoppeling om het programma uit te voeren.

2.2 Sensoren installeren
Installeer de sensoren zoals afgebeeld op fig. 1,2

Kabels aansluiten
- trillingssensoren naar connectors X1,X2,X3,X4
- faselasersensor naar connector X5

Multiplane balanceringsschema
fig.1 Multiplane balanceringsschema

Installeer de reflectormarkering op de rotor en controleer de toerentalwaarde op de fasesensor wanneer de rotor draait.

Multiplane rotor balanceren. Instellingen fasesensor  
 
fig.2 Instellingen fasesensor
Tabel 1 Multiplane balanceren. Stapsgewijze handleiding
Run 0 - Opstarten zonder testgewicht.
  • Laat de machine op bedrijfssnelheid draaien (zorg ervoor dat de bedrijfssnelheid ver verwijderd is van de resonantiefrequentie van de constructie)
  • Klik op F9-Start en meet achtereenvolgens het trillingsniveau en de fasehoek zonder testgewicht. De duur van het meetproces kan 2-10 sec. bedragen.

afb.3 Multiplane uitbalanceervenster. Oorspronkelijke trilling

Run 1-4 - Testgewicht in vlak 1-4
  • Monteer een testgewicht van geschikte grootte in vlak 1(2,3,4).
  • Start de machine opnieuw, klik op F9-Lopenen meet nogmaals het trillingsniveau en de fasehoek.
  • Stop de machine en verwijder het testgewicht
Stap 4 - Berekening
  • De waarden van de vereiste correctiegewichten en -hoeken worden automatisch berekend en getoond in popupvorm.
Multiplane balanceren. Berekening correctiegewichten
 
afb.4 Multiplane balanceren. Berekening correctiegewichten
Multiplane balanceren. Correctiegewicht montage
 
afb.5 Multiplane balanceren. Montage correctiegewicht

RunC
  • Monteer de correctiegewichten op de posities aangegeven in het popup-formulier met dezelfde straal als de testgewichten (zoals aangegeven in de figuur in de rechterkolom).
  • Start de machine opnieuw op en meet de hoeveelheid resterende onbalans in de rotor om te zien hoe succesvol het balanceren is geweest.
    Na het balanceren kun je invloedscoëfficiënten (F8- Coëfficiënten) en andere informatie (F9- Toevoegen aan archief) opslaan en later gebruiken. (zie 4.3, 4.4)
4. Andere functies
4.1 Vibrometermodus.
Om de vibrometermodus te selecteren klik je op de knop "F5- Vibrometer" in het hoofdvenster voor multiplane balanceren (fig.1).
Om het meetproces te starten klik je op "F9-Run".
V1s-V4s - samenvattende trilling in vlakken 1-4 (gemiddelde kwadraat) V1o-V4o - 1x trilling in vlakken 1-4 (1x harmonische waarde)
4.2 Invloed balanceringscoëfficiënten 
Als je de resultaten van eerdere balanceerruns opslaat, kun je de testgewichtrun elimineren en de machine balanceren met de opgeslagen coëfficiënten. Selecteer "Secondary" in het venster "Type balancing" en klik op de toets "F2 Select" om het vorige machinetype uit de lijst te kiezen.
Om de coëfficiënten op te slaan na het balanceren klik je op "F8-coëfficiënten" in het pop-upvenster met het balanceringsresultaat (zie Tab.1) en dan op de knop "F9-Opslaan". Voer het machinetype ("Naam") en andere informatie in de tabel in.
4.3 Rotorbalanceringsrapporten en rapporten.
Om de balanceerinformatie op te slaan klik je op "F9- Toevoegen aan archief" in het pop-upvenster van het balanceerresultaat (zie Tab.1). Voer het machinetype ("Naam") en andere informatie in de tabel in.
Om eerder opgeslagen archieven te openen klik je op "F6-Report" in het hoofdvenster.
Om het rapport af te drukken klik je op "F9-Report".
4.4 Grafieken 
Om trillingsgrafieken te bekijken klik op "F8-Diagrammen".
Er zijn twee soorten grafieken beschikbaar "Totale trilling" en "Trilling op rotoromwentelingsfrequentie" (bijvoorbeeld voor 3000 omwentelingen is de frequentie gelijk aan 50 Hz).
 

0 Opmerkingen

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Waarschuwing: Onbepaalde array sleutel "integration_type" in /data02/virt67168/domeenid/www.vibromera.eu/htdocs/wp-content/uploads/.sape/sape.php online 2012
Nederlands