ISO 2372 (ingetrokken): een historische trillingsnorm • Draagbare balancer, trillingsanalysator "Balanset" voor het dynamisch balanceren van brekers, ventilatoren, mulchers, vijzels op maaidorsers, assen, centrifuges, turbines en vele andere rotoren ISO 2372 (ingetrokken): een historische trillingsnorm • Draagbare balancer, trillingsanalysator "Balanset" voor het dynamisch balanceren van brekers, ventilatoren, mulchers, vijzels op maaidorsers, assen, centrifuges, turbines en vele andere rotoren

ISO 2372: Mechanische trillingen van machines met bedrijfssnelheden van 10 tot 200 omw/s

Samenvatting van een ingetrokken norm

ISO 2372 is een historische, ingetrokken norm die een van de eerste internationaal breed geaccepteerde richtlijnen was voor het evalueren van machinetrillingen. Het werd gepubliceerd in 1974 en bood een eenvoudige methode om de trillingsintensiteit van gangbare industriële machines te beoordelen door een enkele, breedbandige trillingsmeting te vergelijken met een grafiek. Decennialang was het hét naslagwerk voor de vraag "hoeveel trillingen zijn te veel?"

Hoewel het voor zijn tijd revolutionair was, is het inmiddels vervangen door de veel gedetailleerdere en geavanceerdere ISO 10816 en ISO 20816 reeks normen. Het begrijpen van ISO 2372 is belangrijk vanwege de historische context en voor de interpretatie van oudere onderhoudsdocumenten die mogelijk nog naar de classificaties verwijzen.

De kernconcepten van ISO 2372

De methodologie van ISO 2372 was gebaseerd op een paar eenvoudige maar effectieve principes:

  1. 1. Meetparameter:

    Het kernprincipe van de norm was het kwantificeren van de trillingsintensiteit met behulp van één enkele, herhaalbare metriek. De norm specificeerde dat de meting de breedbandige meting moest zijn. RMS (Root Mean Square) Snelheid, vastgelegd in een frequentiebereik van 10 Hz tot 1000 Hz (600 tot 60.000 CPM). De RMS-snelheid werd gekozen omdat deze direct verband houdt met de destructieve energie van de trilling, waardoor het een robuuste indicator is van de conditie van een machine, ongeacht de rotatiesnelheid. De meting moest worden uitgevoerd op de niet-roterende onderdelen van de machine, meestal op de lagerhuizen, omdat dit de meest praktische en toegankelijke locatie was om de krachten te beoordelen die op de machinestructuur werden overgebracht.

  2. 2. Machineclassificatie:

    Omdat een kleine pomp en een grote turbine niet aan dezelfde trillingsnorm kunnen voldoen, heeft ISO 2372 machines in brede categorieën ingedeeld. Dit maakte het mogelijk om verschillende trillingslimieten toe te passen op basis van de grootte, het vermogen en de flexibiliteit van de ondersteunende structuur van de machine. De classificaties waren:

    • Klasse I: Afzonderlijke onderdelen van motoren en machines die onder normale bedrijfsomstandigheden integraal met de complete machine zijn verbonden (typische voorbeelden zijn serie-elektromotoren tot 15 kW).
    • Klasse II: Middelgrote machines (meestal elektromotoren met een vermogen van 15 tot 75 kW) zonder speciale fundering, of star gemonteerde motoren of machines tot 300 kW op speciale funderingen.
    • Klasse III: Grote aandrijfmotoren en andere grote machines met roterende massa's die op stijve en zware funderingen zijn gemonteerd die relatief stijf zijn in de richting van de trillingsmeting.
    • Klasse IV: Grote aandrijfmotoren en andere grote machines met roterende massa's die op funderingen zijn gemonteerd die relatief zacht zijn in de richting van de trillingsmeting (bijvoorbeeld een turbogenerator op een lichtgewicht, flexibel stalen frame).
  3. 3. Grafiek met de ernst van de trillingen:

    De kern van de norm was de evaluatietabel. Deze tabel gaf specifieke RMS-snelheidswaarden weer die overeenkwamen met verschillende conditieniveaus voor elk van de vier machineklassen. De kwaliteitsbanden werden doorgaans aangeduid met kwalitatieve beoordelingen die gemakkelijk te begrijpen en toe te passen waren. Voor elke machineklasse werd een specifiek bereik van snelheidswaarden toegewezen aan categorieën zoals:

    • A (Goed): Nieuw in gebruik genomen of goed onderhouden machines.
    • B (Voldoende): Geschikt voor langdurig, onbeperkt gebruik.
    • C (Onvoldoende): Niet geschikt voor langdurig gebruik. De machine moet worden bewaakt en er moet onderhoud worden gepland.
    • D (Onacceptabel): Trillingen zijn schadelijk en vereisen onmiddellijke actie om storingen te voorkomen.

    Dankzij deze aanpak op basis van grafieken kon een technicus met een eenvoudige trillingsmeter eenvoudig een meting uitvoeren, de machineklasse in de grafiek opzoeken en een duidelijk beeld krijgen van de gezondheid van de machine.

Waarom het werd vervangen

ISO 2372 was een grote stap voorwaarts, maar kende beperkingen waar moderne normen rekening mee houden:

  • Oversimplificatie: Het groeperen van alle machines in slechts vier klassen was te ruim. De moderne ISO 10816/20816-serie biedt veel specifiekere richtlijnen voor verschillende machinetypen (pompen, ventilatoren, compressoren, enz.).
  • Invloed van de stichting: Het onderscheid tussen ‘rigide’ en ‘zachte’ funderingen was vaak onduidelijk en moeilijk consistent toe te passen.
  • Gebrek aan diagnostische informatie: De norm gaf slechts één totaalcijfer. Hij gaf geen informatie over de frequenties in het trillingssignaal en kon daarom niet helpen bij het diagnosticeren van de *oorzaak* van het probleem (bijvoorbeeld onbalans versus verkeerde uitlijning).
  • Evoluerende technologie: De standaard werd ontwikkeld vóór de wijdverbreide beschikbaarheid van digitale, op FFT gebaseerde trillingsanalysatoren.

Erfenis en belang

Ondanks de intrekking is de erfenis van ISO 2372 van belang. Deze norm stelde de RMS-snelheid vast als de primaire maatstaf voor de algehele trillingsintensiteit, een praktijk die in de huidige normen wordt voortgezet. Veel eenvoudige trillingsmeters en screeningstools gebruiken nog steeds de kleurgecodeerde groene/gele/rode alarmniveaus die gebaseerd zijn op de principes van de originele ISO 2372-tabel.


← Terug naar hoofdindex

Categorieën: GlossariumISO-normen

nl_NLNL
WhatsApp